Sex and the City: Beter Bordeelschuiven

Ook de seksindustrie heeft een stedelijke functie

 

Photography: © Michel Robles

 

Van Bangkok tot Amsterdam, van Berlijn tot Rio worstelen overheden met de prostitutie. Is het een legaliseerbare bedrijfstak of een onherroepelijke poel van criminele ellende? Het beleid zwalkt. Nieuw is dat sommige steden zelfs experimenteren met planmatige inpassing in de stedelijke economie.

 

Laatste update: Mei 2010

 

Telkens weer draait de wind. De tijd van ‘happy hookers’ lijkt voorbij. Lange tijd moest het hoerenbedrijf als ‘normaal’ gelden en werd het nogal geïdealiseerd. Tegenwoordig is de berichtgeving voornamelijk negatief. Prostitutiegebieden opdoeken of tolereren? Of juist expliciet ruimte scheppen voor bonafide seksondernemers? Met vallen en opstaan zijn overheden naar antwoorden op zoek.

 

Neem Nederland, wereldwijd bekend om zijn tolerante gedoogbeleid. Samen met Duitsland en de V.S was Nederland in 1949 het enige land dat niet de VN verklaring ondertekende die prostitutie veroordeelde als strijdig met de menselijke waardigheid.

 

Onder invloed van vrolijke auteurs als Albert Mol en Xaviera Hollander, maar ook van feministen die het opnamen voor het ‘vak’, konden rosse buurten als de Amsterdamse Wallen in de zeventiger jaren uitgroeien tot toeristische trekpleisters. Rode lichten, boetiekjes en ‘coffee shops’ tierden welig naast elkaar. Er werd zelfs een kleine ‘hoerenvakbond’ opgericht.

 

Doodsbenauwd

Maar dat is verleden tijd. Gemeenten zijn gretig doende hun prostitutiegebieden op te schonen (de Wallen) of zelfs helemaal te sluiten (het Arnhemse Spijkerkwartier, de Keileweg ‘tippelzone’ in Rotterdam, de Haagse Waldorpstraat). Een nieuwe fatsoens-era lijkt aangebroken, althans in het politieke debat.

 

De aanleiding, curieus genoeg, was de opheffing in 2000 van het verbod op het hebben van werknemers in een prostitutiebedrijf. Bordelen domweg verbieden kan bijna niet meer. De seksbranche moest een ‘gewone’ bedrijfstak worden. Legaal, netjes gecontroleerd op arbeidsomstandigheden en systematisch aangeslagen door de Belastingdienst.

 

Minder opgetogen waren gemeentebesturen: waar meten we met de seksbranche heen? Midden in de hoogtijdagen van het neoliberale marktkapitalisme, wist in dit geval niemand hoe en waar in de stad de ‘markt’ zich het beste kon ontwikkelen. Bestemmingsplannen hielden geen rekening met geschikte locaties voor seksbedrijvigheid. Heldere vuistregels ontbraken. Gemeenten waren doodsbenauwd voor 'rode lichten' op ongewenste plaatsen.

 

Ondergronds

Christelijk georiënteerde plattelandsgemeenten voelden sowieso niets voor seksemplooi op hungrondgebied. Nog ijziger werd de sfeer toen de landsgrenzen binnen de Europese Unie open gingen en wetshandhavers totaal niet opgewassen bleken tegen de toestroom van nietsontziende criminelen uit het voormalige Oostblok en, meer recent, Nigeria.

 

Gruwelreportages over mensenhandel en kinderporno, gecombineerd met oplaaiende bendeoorlogen in binnensteden, schiepen het beeld van prostitutiezones als ultieme hel midden in onze ogenschijnlijk vredige westerse steden.

 

De criminelen en illegale vrouwen in het ‘milieu’ zaten niet te wachten op de belastingcontroles en arbo-inspecteurs die op de legalisering volgden. Velen gingen ondergronds. Op de golven van de modernste ICT-toepassingen ontstaan allerhande louche circuits van ‘escort’-, gsm-seks en thuiswerk, waar overheden amper zicht op hebben.

 

Daarbij komt het beeld van toenemend alledaags straatgeweld in multi-etnische metropolen. Politici tamboereren op nieuwe ‘normen en waarden’ en trachten greep te krijgen op wildwest-verschijnselen in hun stad.

 

Medeplichtig

Het merendeel van de Nederlandse gemeenten hanteert een ontmoedigingsbeleid. Niks ‘gewone’ bedrijfstak: het erotiekbedrijf moet streng gecontroleerd worden en liefst weggemoffeld in de jaspanden van de stad. Naar bedrijventerreinen, buitengebieden. En zeker geen seks in winkelcentra, woongebieden of tussen de gewone horeca.

 

Prostitutie blijft vooral een politie-aangelegenheid: overlast beperken is het parool. Rosse buurten en ‘tippelzone’s’ voor straatprostitutie worden opgedoekt, bedrijfsuitbreidingen tegengehouden. Ook de banken frustreren integratie in de stadseconomie. Seksexploitanten krijgen geen kredieten, hetgeen investeringen in kwaliteitsverbetering tegenhoudt.

 

Politiek extra gevoelig wordt het, wanneer gemeenten als vastgoedeigenaar feitelijk verhuurder zijn van sekspanden en andere schimmige etablissementen. Sinds 2003 helpt de Wet Bibob (bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) overheden om te voorkomen dat ze ongewild ‘medeplichtig’ worden aan criminele praktijken.

 

Wie een vergunning aanvraagt voor bepaalde soorten ondernemingen, zoals seks of horeca, kan via een landelijk bureau Bibob verregaand worden gescreend. Veelvuldig wordt Bibob door gemeentebesturen gebruikt om vergunningen voor seksbazen te blokkeren. Zo worden ze onder druk gezet om hun vastgoed te verkopen, bijvoorbeeld aan woningstichtingen, die aan de gemeente zijn gelieerd.

 

Weinig onderzoek

Juristen hebben zware kritiek geuit op zulke praktijken, vooral omdat door Bibob ‘gedupeerde’ ondernemers een groot deel van de informatie op grond waarvan hun aanvraag is geweigerd, niet in mag zien. Jurisprudentie maakt langzaam duidelijk hoe overheden Bibob wel en niet mogen toepassen.

 

De bureaucratische repressie mist zijn uitwerking niet. Het aantal geregistreerde seksbedrijven in Nederland is de laatste jaren teruggelopen van 1.350 tot circa 400, volgens cijfers van de branche zelf. Tegelijkertijd lijken de duistere zaken ondergronds te verdwijnen. Om dat tij te keren zien gemeenten zich soms alsnog gedwongen om tippelzone’s te heropenen.

 

Opvallend is, hoe weinig het beleid stoelt op sociaal-economisch beleidsonderzoek. Wat zijn feitelijk de plus- en minpunten van het seksbedrijf voor stedelijke ontwikkeling? Welke bedrijfstypen moet je daarbij onderscheiden? Wat betekent dat alles voor de ruimtelijke inpassing in een stad? Niemand weet het. Zelfs bij gespecialiseerde onderzoeksinstellingen als het Verwey Jonker Instituut in Utrecht en het Sociaal-Cultureel Planbureau is dergelijk onderzoek niet bekend.

 

Dat is curieus, het belang van de seksbranche in aanmerking genomen. Belastingtechnisch is het een goudmijn. In Duitsland bedraagt de jaaromzet naar schatting 12 miljard euro, bij ons ruim anderhalf miljard. De mogelijke belastinginkomsten in Nederland liggen tussen de 400 en 500 miljoen.

 

Unique selling points

Er is meer. Rosse buurten als het Parijse Montmartre, de Wallen en El Raval in Barcelona hebben wereldfaam verworven als broedplaatsen van stedelijke levensstijlen en creatief talent. Ook de kleurige stationswijken van metropolen als Rome en Frankfurt zijn rijkelijk voorzien van erotiek.

 

In het stadslandschap zijn rosse buurten soms ware ‘unique selling points’, waar talloze bedrijfjes floreren: winkeltjes, maar ook de werkplekken van de 'creatieve kaste’ die stadbesturen zo graag binnen halen: van kunstenaars- en mode-ateliers, van cabaret tot ICT en kleine kantoren.

 

Daarmee zijn zulke wijken verfrissende tegenhangers van het vervlakte stadslandschap van franchise-winkelstraten. Levenskrachtige gemeenschappen hebben hoekjes nodig waar passies ruimte krijgen en waar ondernemende immigranten een springplank vinden naar een nieuw bestaan. Kortom, mits slim ingepast, bieden ook rode lichtjes wel degelijk stedelijke ontwikkelkansen.

 

Ruimte gereserveerd

Iets van dat besef begint door te dringen, zo bleek in 2006 uit een onderzoek van Amsterdam naar de uitwerking van de opheffing van het ‘bordeelverbod’ in 2000. Zo was inmiddels in 67 procent van de gemeenten in ruimtelijke plannen iets geregeld voor de erotiek.

 

Voorzichtig staan gemeenten op die serieus proberen om seks als bedrijfstak te ‘normaliseren, al was het maar om aan de marktvraag te voldoen. Zelfs voor nieuwe (bonafide) seksuitbaters wordt in Nederland in toenemende mate ruimte gereserveerd.

 

Rotterdam (zie kader) heeft een ‘meersporenbeleid’: enerzijds planmatig een ‘bovenwereld’ helpen scheppen van nette seksondernemingen, anderzijds de achterdeurtjes van de illegaliteit meedogenloos dichtspijkeren. Dat gebeurt in drie fasen: vergunnen van de bestaande situatie, saneren en tot slot “nadere ordening”. In de eerste twee fasen is volgens de gemeente het oorspronkelijke aantal van zo’n 250 ‘gedoogde’ seksbedrijven teruggebracht tot 70 ondernemingen met vergunning, die keurig leges afdragen en waarvan de eigenaren een antecedentenonderzoek hebben doorstaan.

 

Netjes

Maar hoe welke ruimtelijk juiste plek geef je seks in je stad? Leo de Klein is eigenaar van de Limburgse Postillon Bar,’met kamerverhuur’ en voorzitter van de belangenvereniging Excellent Groep van ruim 30 “wat grotere relaxclubs” in Nederland. De Klein klaagt dat overheden geen gebruik maken van de vakkennis van seks-ondernemers.

 

"Raamprostitutie en sekswinkels waar alles open en bloot ligt uitgestald, moet je niet toelaten tussen de winkelende moeders met kinderen", stelt De Klein. En ook niet vlakbij gebedshuizen, zorgcentra, enzovoort. “Maar seks hoort steeds meer bij het uitgaanspatroon. Speel daar op in en concentreer de ramen vlakbij cafépleinen enzo. Je kunt er dan met een glaasje op naartoe, zonder dat je ervoor in de auto hoeft.”

 

                                                                                                                                                                          Sinds twee jaar stellen bekende Nederlandse modeontwerpers creaties ten toon in vormalige bordeelramen op de Amsterdamse Wallen. Met dit Redlight Fashion project en andere ingrepen hoopt het stadsbestuur het versjofelde Wallengebied, zoals dat heet, op te pimpen.

 

 

 

 

 

 

 

 

"Besloten gelegenheden als clubs kunnen zelfs een centrumlocatie krijgen, mits ze een prettige uitstraling hebben en er buiten geen meiden rondhangen met een sigaret in de mond. Parenclubs zijn inmiddels zó geaccepteerd! Die kun je overal onderbrengen, ook tussen de horeca. Paren komen rustig binnen en gaan even onopvallend weer samen naar huis. Ook escortbedrijven kun je overal toelaten, als er voor de auto’s maar parkeergelegenheid is.”

 

 

Straatprostitutie vraagt volgens De Klein om goed uitgeruste tippelzones, op afgesloten beveiligde delen van een industrieterrein. “Er moeten afwerkkamers zijn die je goedkoop kunt huren, netjes onderhouden en met sociale opvang. De klant betaalt mee via een entreebedrag aan de inrijpoort. Het beheer geef je in handen van een onafhankelijke stichting, die je aanvullend subsidieert.”

 

Gemeentefolders

Niet alleen in Nederland worden creatieve oplossingen gevonden. Antwerpen heeft recentelijk de prostitutie samengebald in drie opgeknapte straten in het Schipperskwartier, vlak tegenover het politiebureau.

 

Pronkstuk is het gloednieuwe mega-bordeel Villa Tinto, ontworpen door architect Arne Quinze, ook huis-architect van Brad Pitt. Villa Tinto – eigenaar George Vos heeft uitbreidingsplannen in Barcelona - telt 51 scherp beveiligde werkkamers. De sekswerker-huurders bepalen daar hun eigen werktijden. Medische zorg is om de hoek. Gemeentefolders prijzen de nieuwe rosse buurt luidkeels aan bij bezoekende toeristen.

 

Ook in Berlijn (zie kader) is enkele jaren terug, met steun van de gemeente een megabordeel verrezen, vlak voordat daar het WK voetbal neerstreek. Overigens heeft die Berlijnse club Artemis zijn eerste negatieve onthulling in de media al binnen. Anders dan eigenaar Haki Simsek vooraf beweerde, ontdekten Zweedse undercover journalistes dat er wel degelijk alcohol werd geschonken. Klanten werden door de prostituees ook tot alcoholconsumptie aangespoord.

 

Samen

In Nederland heeft één gemeente, de nieuwbouwstad Almere, onomwonden voor een positieve aanpak gekozen. Als stad-in-aanbouw voert Almere sinds 2000 voor de seksbedrijfstak een duidelijk vestigingsbeleid, net als voor andere kansrijke branches.

 

Probleem voor Almere was aanvankelijk het gebrek aan gedegen, gesegmenteerde marktkennis. Samen met kenners en bestaande exploitanten van negen typen seksbedrijven is daarom eerst een inschatting gemaakt van de vraag naar hun ‘product’.

 

Vervolgens werd een voorlopig vestigingspatroon afgesproken. Dat moest zorgen voor een goede uitstraling en voor concentratie binnen geschikte uitgaansgebieden. Tippelen en raamprostitutie zijn taboe. Er zijn maxima gesteld aan seksclubs (5), privé-huizen (5), massagesalons (5, vallend onder ‘bedrijvencategorie 3’ op bedrijventerreinen), parenclubs (3) en inrichtingen (5) waar geen seks plaatsvindt (erotheken, sekstheaters, seksbioscopen etcetera).

 

Escortbureaus en thuiswerkers kunnen zich vrij vestigen, mits ze aan de normale bedrijfscriteria voldoen. De gemeente let op dat de bedrijven niet in woonwijken belanden en dat ze verdeeld zijn over de drie stadskernen Almere, Almere-Buiten en Almere-Haven.

 

Nuchterheid en toezicht

Eén ding valt alvast op in Almere: een toevloed van seksbedrijven is uitgebleven. Ook elders in Nederland lijkt de markt verzadigd. Zelfs bezoekersaantallen in de Berlijnse superclub Artemis vallen tegen. De tijd lijkt rijp om de krampachtigheid geleidelijk te verruilen voor een nuchtere sturing van seks als midden- en kleinbedrijf.

 

Maar dan moet de controle wel beter. Begin 2010 onthulde intern onderzoek van de Nederlandse politie dat het toezicht op de seksindustrie jammerlijk faalt. Met name de gelegaliseerde bedrijven worden te weinig, en in sommige steden nauwelijks of niet, gecontroleerd.

 

Gegeven de nog lang niet uitgebannen wild-west mentaliteit in de rosse wereld, waar duistere escortbedrijfjes, 06-lijntjes en vrouwenhandel nog immer aan de orde van de dag zijn, is dat onacceptabel, meent ook de politietop zelf.

 

 

 

 

 

KORT: SEKSWERKERS HELPEN BIJ STADSPLANNING

 

Brazilië heeft een landelijk netwerk van twintig belangenorganisaties van ‘straatvrouwen’, ofwel ‘seksprofessionals’. De organisatie Davida in Rio de Janeiro fungeert als coördinatiepunt. Leidster (tevens initiatiefneemster van het netwerk) is prostituee Gabriela Silva Leite.

Sinds enkele geslaagde aidspreventie-campagnes heeft Davida goede contacten met de regering en stadsbestuur van Rio. De gemeente wil het monumentale oude stadsdeel Praça Tiradentes saneren, vlak bij het uitgaanscentrum van de stad. Om te voorkomen dat de rosse buurt in Praça Tiradentes, net als in andere steden, wordt opgedoekt, heeft Davida het stadsbestuur samenwerking aangeboden.

Prostitutie en de andere stedelijke functies kunnen best samengaan in de Braziliaanse situatie, vindt Davida. Tenminste als de gemeente de rosse buurt goed helpt onderhouden, de sekswerkers zelf er verzorgd uitzien en het contact met de buurt vriendschappelijk is. De samenwerking komt inmiddels op gang.


 

 

KORT: SEKS-JE-PLEKJE IN ROTTERDAM

Raamprostitutie is in Rotterdam verboden, vanwege mogelijke overlast voor de omgeving. Dit hoewel Amsterdamse politierapportages melden dat die overlast soms verrassend meevalt. Omwille van de leefbaarheid in de buurt zijn speciale afspraken gemaakt. “Eigenaren van seksclubs waarschuwen ons, zodra in de buurt tippeldames en handelaren beginnen rond te hangen”, vertelt de gemeentelijke beleidsafdeling voor prostitutie. “De politie grijpt dan onmiddellijk in.”

Op de misstandgevoelige thuiswerkers- en escortsector wil de gemeente beter greep krijgen. Volgens een onderzoek uit 2007 door het gespecialiseerde Verwey-Jonker instituut zijn circa 450 prostituees illegaal werkzaam in Rotterdam, tegen 400 in het legale circuit. De angst bestaat dat illegale ‘beunhazerij’ de inkomsten van de net opkomende, wankele legale branche dusdanig aanvreet dat ook daar de ondernemers weer ondergronds gaan. Actieve hulp aan sekswerkers in het ‘zwarte’ circuit moet uitkomst bieden.

De ruimtelijke sturing, echter, heeft Rotterdam nog niet definitief uitgewerkt. De beoogde fase drie - de nadere ordening, oftewel: hoeveel van welke type seksbedrijf sta je waar toe en waar niet? - is in de ijskast gezet. De politiek wil onrust onder de bevolking voorkomen. Exploitanten klagen, maar bedrijfsuitbreiding en nieuwvestiging blijven voorlopig ‘not done’.

 

 

 

KORT: GROOTSTEDELIJKE SUPERBORDELEN

Mega-bordelen: steden als Bangkok waren er al mee bekend, nu dringen ze ook tot Europa door. In Nederland hebben UCX-architecten uit Rotterdam al eens een prijs gewonnen met het ontwerp van een soort meer-verdiepingen rosse-warenhuis. Het idee was om het “RedLight Platform” niet te verstoppen op een industrieterrein, maar juist om de bedrijfstak “vanuit de onderwereld boven te halen”, aldus mede-ontwerpen Ben Huygen.

Rotterdam heeft het gebouw niet gerealiseerd. In Berlijn, daarentegen, is onlangs Artemis geopend, een reusachtig luxe-bordeel, waar 650 gasten tegelijk binnen kunnen, evenals 100 prostituees. Beide groepen betalen voor het gebruik. Velerlei seksdiensten zijn mogelijk in sauna’s, bioscopen, ontspannings- en werkruimten. Artemis ligt op drie treinstations afstand van het Olympisch Stadion.